[Contact.Links.info.] [Zoek op Site.] [De Slowpaper.]

Lanterfanten

Zoek op Site.

Beetsterzwaag.toen.

Lanterfanten.lezen.

Beetsterzwaag.nu.

De Slowpaper.

Disclaimer

Beetsterzwaag.
 
 
1-Beetsterzwaag.
2-Een adellijk oudje. (L.C.1-juni 2021)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
1-Beetsterzwaag
Vroeger was beetsterzwaag een dorp waar de adel het aanzien van bepaalde.
Al in de zeventiende eeuw werd Beetsterzwaag omschreven als "klein van landeryen, doch lustich van gheboomte en vruchtbaar van graenen,met schoone en welbestraette buyrte". Ook nu heeft het dorp dit karakter, met een Hoofdstraat van minstens drie en een halve eeuw oud. De prachtig aangelegde tuinen en historische panden zijn de stille getuigen van de rijke adel uit de 17e en 18e eeuw.
 
Beetsterzwaag ademt een sfeert van Grandeur uit vervlogen tijden maar biedt hedendaags comfort.
 
In Beetsterzwaag is haast ver te zoeken.De prachtige wandeltuinen en de statige panden vragen erom het tempo terug te schroeven.
Lopend is de beste manier om de omgeving te verkennen, omdat je op die manier echt alle haast achter je laat.
 
Beetsterzwaag is een streekdorp, ontstaan op een zandrug die van Oud Beets over Beetsterzwaag richting Drachten loopt. Het is vanuit het westen, vanuit Beets uitgegroeid tot een nederzetting waar adel en patriciaat hun buitens stichtten. In 1622 noemde Pier Winsemius het ‘een cleyn dorp in zijn begrijp, tamelijck vruchtbaer, maer veciert met een schone wel behuysde ende bestrate gebuyrte' en in de tweede helft van de 17de eeuw stonden er in elk geval al vier buitens.
 
 
 
Aan het einde van de 18de eeuw is Beetsterzwaag het voornaamste dorp en steekt de Tegenwoordige Staat van Friesland de loftrompet: Beetsterzwaag, een aangenaam en vermaaklyk Dorp, is van rondom met allerlei geboomte beplant, en heeft een zeer schoone en bestraate buurt, waar in verscheiden treflyke huizen gevonden worden, onder welke nogthans uitmunt het schoone gebouw, dat gesticht is door wylen den Heere Martinus Fokkens, weleer Grietman van Opsterland, staande op het Westeinde ten Noorden van de buurt. Niet verre van daar zag men ook, in voorige dagen, een schoon huis, voorzien met een ruim Hornleger, beplant met voortreflyke Eiken boomen, doch die voor weinige jaaren zyn uitgeroeid; terwyl ook 't huis zelf thans van zyn voorig aanzien versteeken is: het draagt den naam van oud Fokkens, en tegen over 't zelve staat ook nog een aanzienlyk en aangenaam gebouw, dat weleer bewoond werd door den Heere Saco van Teiens, in leeven Gedeputeerde Staat ten Landsdage. Wylen de Raadsheer Ayso van Boelens, heeft hier ook veele jaaren gewoond op een schoone plaats.'
 
In 1788 stond de kerk al ten noorden van de huidige Hoofdstraat. Er stond ook een kerk veel westelijker, in Oud Beets. Dit wordt wel een van de redenen genoemd waarom de elite juist voor deze streek kiest: ‘Men heeft hier omstreeks zeer vermaaklyke wandelwegen, onder den lommer van 't bladryk geboomte, alwaar men, op zynen tyd, door 't aangenaam geluid van allerlei gevogelte, en vooral door den helklinkenden Nachtegaal vervrolykt wordt.'
 
Lanen en verspreide bosjes waren toen al in en bij Beetsterzwaag te vinden, maar vanaf het begin van de 19de eeuw gingen de grootgrondbezitters bossen aanplanten op de heide en niet meer renderende landerijen. Het dorp ontwikkelde zich tot deftig dorp voor de elite. Langs de oude Heerenweg was in de kern gesloten bebouwing ontstaan en ten westen en oosten stonden de buitens in gevarieerd aangelegde landgoederen.
 
Toen in 1804 een nieuwe kerk gebouwd kon worden, kwam die weer op de oude plek, achter de bebouwing van de Hoofdstraat. De kerk is een kloeke, eenvoudige zaalkerk met een driezijdig koor en een ongelede toren met een achtzijdige spits en een luidklok uit 1739. Er is in de 20ste eeuw een consistorie aangebouwd.
 
Aan de westelijke zijde van de Hoofdstraat staat het uit 1839 daterende neoclassicistische, voormalige grietenijhuis dat in 1909 verhoogd is ten behoeve van het kantongerecht. Nog westelijker staat Fockensstate, de herinnering aan de oudste vestiging van de elite. Het oude Fockensstate werd in 1878 afgebroken om er een door Luitje de Goed ontworpen voorhuis van een boerderij voor in de plaats te zetten. Daarbij in de buurt is in 1822 Lyndenstein gebouwd, dat later kinderziekenhuis werd en daartoe in 1917 werd verbouwd. Het buiten heeft een overtuin van Lucas Roodbaard.
 
Aan de oostelijke flank van de Hoofdstraat staat het in 1824 gestichte Lycklamahuis met een koetshuis dat verschillende malen is veranderd en thans deel uitmaakt van het gemeentehuis. Ook dit adelshuis bezit tuinen; in de overtuin staan 19de-eeuwse kassen. Door de vrij gesloten lintbebouwing van de Hoofdstraat hebben de naoorlogse uitbreidingen - eerst in het zuiden en later grootschaliger in het noorden - ontsluitingen gekregen die een steegkarakter hebben. De gevarieerde bebouwing lijkt zo nauwelijks onderbroken te zijn.
 
Buiten de dorpskom liggen in oostelijke richting het nog steeds in familiebezit zijnde Harinxmastate en Huize Olterterp dat het hoofdkantoor is van It Fryske Gea. Ze liggen evenals Lauswold in weidse parken. Lauswold heeft een deftige horecafunctie gekregen.
 
 
_________________________!
 
 
2-Een adellijk oudje. (L.C.1-juni 2021)
 
Twee eeuwen na de eerste steenlegging is Huize Lyndenstein nog altijd een blikvanger in Beetsterzwaag. Sijanda Jelsma en Jikke Huisman van de stichting Historisch Beetsterzwaag over de adellijke jubilaris.
De geschiedenis van Huize Lyndenstein begint bij Frans Godard baron van Lynden, de erudiete en bereisde grietman van Opsterland. Op 11 april 1821 legt hij de eerste steen van dit neoclassicistische landhuis dat ontworpen is door architect Abraham Bruinsma uit Leeuwarden. Onlangs dook nog een bijzonder aandenken aan deze plechtigheid op: de zilveren troffel die volgens de toen geldende bouwtraditie bij de eerste steenlegging is gebruikt.
De stichting Historisch Beetsterzwaag, die de troffel in bruikleen heeft, staat de komende maanden uitgebreid stil bij de Van Lyndens en hun erfenis. De familie streek in 1782 neer in Beetsterzwaag. Rijnhard baron van Lynden, de vader van Frans Godard, werd dankzij zijn huwelijk met Ypkjen Hillegonda van Boelens grietman van Opsterland. Het echtpaar woonde in het toen al honderd jaar oude Nieuw Fockens. Dit herenhuis stond op de plek van wat in 1825 de voortuin van Huize Lyndenstein werd.
,,Nieuw Fockens stond pal aan de Hoofdstraat’’, zegt Sijanda Jelsma van Historisch Beetsterzwaag. Medelid Jikke Huisman, die naast haar bij Huize Lyndenstein staat, wijst naar de overkant van de Hoofdstraat. ,,Daar stond voor 1780 een huis dat de eigenaar, de schoonvader van Rijnhard, liet afbreken omwille van het uitzicht. Niet lang daarna is de overtuin aangelegd. Eerst in Franse stijl met strakke, geometrische vormen en rechthoekige vijvers.’’
Na de bouw van Huize Lyndenstein - met z’n symmetrische uiterlijk, zuilen met kussentjes (kapitelen) en een fronton als kroon op de voorgevel - is de overtuin vanaf 1832 in etappes heringericht door de bekende Friese tuinarchitect Lucas Pieters Roodbaard. Het park werd een landschapstuin met slingerpaden en een bochtige vijver. Jikke: ,,De mooie tekening van de overtuin is bewaard gebleven, net als twee tekeningen van de tuin bij het huis. Je ziet aan de ontwerpen dat Roodbaard naast tuinarchitect ook schilder was. Ze zijn heel kunstig.’’
Achter het heuveltje in de overtuin waarop een exotisch bouwwerk stond dat de ‘Turksche tent genoemd werd’, lag destijds nog een ‘hovinge’, een boomgaard met daarin een doolhof van kronkelpaden en in het midden een ronde vijver. Langs dit water stonden twaalf borstbeelden van zandsteen, die de maanden van het jaar symboliseerden: op elk voetstuk stond een teken van de dierenriem. Volgens Jikke heeft Rijnhard van Lynden de manshoge beelden waarschijnlijk rond 1780 op een verkoping gekocht.
Bron: Collectie Ernst Huisman
De dierenriembeelden verhuisden in 1860 naar het landgoed van de familie Van Boelens in Olterterp, waar eind negentiende eeuw zeven exemplaren kapot werden geslagen door een ‘verward persoon’. De vijf overgebleven sculpturen belandden uiteindelijk via Stania State in Oentsjerk en museum Princessehof in Leeuwarden in het depot van het Fries Museum. Historisch Beetsterzwaag werkt aan een plan om ze weer naar Beetsterzwaag te halen.
Een jaar na de afbraak van Nieuw Fockens, in 1825, trouwde Frans Godard met Cornelia Johanna Maria van Borcharen. Sijanda: ,,Omdat zij niet van adel was, viel dit huwelijk niet goed bij Eritia, de jongere zus van Frans Godard. Er ontstond zelfs een familieruzie nadat ze haar schoonzus een huishoudster had genoemd.’’ Het echtpaar Van Lynden kreeg twee kinderen: Ypkjen Hillegonda en Reinhard.
Frans Godard overleed in 1828 op 47-jarige leeftijd, vermoedelijk aan een longontsteking. Zijn weduwe bleef tot haar dood in 1864 op Lyndenstein wonen. Daarna werd het landhuis het zomerverblijf van zoon Reinhard, zijn vrouw Maria Catharina baronesse van Pallandt en hun dochter Cornelia. Sijanda: ,,Zij was een sociaal bewogen jongedame, die op twaalfjarige leeftijd aan mensen uit het dorp haar zelfgemaakte middeltjes verstrekte, zoals ‘witte stroop’ tegen verkoudheid en wondzalf.’’
Cornelia stierf toen ze nog maar twintig jaar oud was. Ze was enig kind en de laatste telg uit de Friese tak van de familie Van Lynden. ,,Een groot verdriet natuurlijk. Haar moeder schrijft een aangrijpend gedicht over Cornelia: In Gods glorie. De laatste vier regels luiden: Ik hoor u in portaal en gang. Ik hoor uw lach, uw woord, uw zang. Ik voel uw adem op mijn wang. O kind, o heerlijk kind.’’
Huize Lyndenstein is bewoond geweest tot de dood van Maria van Pallandt in 1905. Daarna kreeg Maria’s broer Jacob baron van Pallandt de zorg over de erfenis en de uitvoering van het testament. Zo werd in 1914 het statige buitenhuis omgebouwd tot kinderziekenhuis en het vermogen van de familie ondergebracht in de Cornelia Stichting. Doelstelling van de stichting, zoals bepaald in het testament: ‘het kosteloos opnemen van ziekelijke, gebrekkig of behoeftige minderjarige kinderen’ uit Beetsterzwaag en omliggende dorpen.
Een herinnering aan Freule Cornelia in de hal van Huize Lyndenstein, een marmeren portret uit 1878 in bas-reliëf van de hand van de Drachtster beeldhouwer Pier Pander.  Foto: Jilmer Postma
Bij de verbouwing werd het dak van Huize Lyndenstein verhoogd en voorzien van kappellen, waardoor een verdieping ontstond met woonruimte voor de diaconessen, protestantse zusters uit het Haagse ziekenhuis Bronovo. Aan de oostkant verrees een trap naar de bel-etage , de hoofdetage waar de directrice zetelde, het bestuur vergaderde en de huisarts spreekuur hield. De trap met bordes aan de voorkant werd vergroot om bedden in de buitenlucht te kunnen plaatsen. Aan de westkant werd een liftschacht gebouwd. In de nieuwe bijgebouwen in de stijl van van de neorenaissance, geïnspireerd door de Gouden eeuw, kwam een machinekamer, een spoelkeuken en een wasserij. Een open bogengalerij deed dienst als lighal voor patiëntjes met tuberculose.
Tegenwoordig doet het huis dienst als kantoor van Revalidatie Friesland, een luchtbrug verbindt het adellijke oudje met het achterliggende, moderne revalidatiecentrum.
Van Lyndens schilderijen
Reinhard van Lynden en zijn vrouw Maria van Pallandt waren fervente kunstverzamelaars. Hun collectie van bijna negentig schilderijen- van oude meesters, maar ook van in die tijd nog levende Hollandse en Franse kunstenaars - hing verspreid over Huize Lyndenstein, waar ze in de zomer verbleven, en hun woning in Den Haag aan de muren. Enkele jaren na het overlijden van Reinhard, hij stierf in 1896, zijn de werken door zijn vrouw geschonken aan het Rijksmuseum. Vier schilderijen, waaronder een Monet, zijn hier op zaal te zien, de rest staat in depot of is elders ondergebracht. Twee schilderijen uit de schenking hangen nog steeds op Lyndenstein.
Stichting Historisch Beetsterzwaag liet veertig schilderijen uit de Van Lyndencollectie van het Rijksmuseum in origineel formaat op doeken afdrukken. Die zijn de komende maanden gratis te bewonderen in de voortuin en overtuin van Huize Lyndenstein. Aanleiding voor de buitenexpositie is het tweehonderdjarig bestaan van Huize Lyndenstein. De werken hangen aan houten prielen waarop naast informatie over de doeken ook veel te lezen valt over de familie Van Lynden en hun erfgoed in Beetsterzwaag. In de Dorpskerk, naast Lyndenstein, worden ook vier schilderijen tentoongesteld.
Bron L.C. 1 juni 2021