1-Het Witte Huis.
In 1792 liet de hr. A.A. van Boelens een slot bouwen in Olterterp. Bij
de speciekohieren (belasting) werd vermeld: gebouwd op een koud
steed. Dat betekent onbebouwde grond.
De bewoning van de familie Boelens bracht veel verandering te
weeg in het over het algemeen uit boerderijen bestaande dorp. De
omgeving bestond uit heidevelden. Deze werden ontgonnen.
Het daarbij vrijkomende veen werd afgegraven en vervoerd. Het
land werd bebost.
Nieuwe woningen werd gebouwd. Verharde wegen werden
aangelegd. Om de plaats bereikbaar te maken voor schepen werd in
1817 vanuit de Zuiderdwarsvaart te Drachten de Nieuwe en de Olterterper vaart gegraven. Hier langs konden veen en
later landbouwproducten en hout worden vervoerd.
Berend Paulus van der Meer
Aan het eind van de Olterterper vaart werd een woning gebouwd . Hier in kwamen de eerste bewoners Berend Paulus
van der Meer en zijn vrouw Margaretha Piccardt. In 1817 woonden ze nog in Makkinga, waar ze toen boelgoed hadden
gehouden. In 1819 stond Berend bij een obligatie vermeld als kastelein wonende te Olterterp. Hij en zijn vrouw hebben
hier maar enkele jaren gewoond. Bij het huwelijk van hun dochter Henderika in 1925 waren ze al verhuisd naar Nuis.
Margaretha is overleden in 1844, 63 jaar oud en Berend in 1864 op de leeftijd van 87 jaar te Marum.
Hij heeft later de kost verdiend als hovenier.
Als opvolger kwam de in Beetsterzwaag wonende en in Lippenhuizen geboren
Jan Sytzes Geertsma
gehuwd in 1824 met de in Amsterdam geboren Antje Jans de Vos, dienstmeid te Olterterp.
Bij de aangifte van dochter Aukje Geertsma ( 1825- 1836 ) waren de Olterterper Roel Popkes Popkema wonend in “ Vianen”
en kastelein van hotel “De Klok” uit Beetsterzwaag Hinne Gerbens van der Veer aanwezig.
Of Jan bij de laatste het kasteleinsvak heeft geleerd is niet bekend.
Andere nazaten :
Engeltje ( 1827 – 1899) en
Sytze ( 1832 – 1926) die trouwde in1862 met Jenke Atzes Nieuwman daarna in 1867 met Sytske Klazema.
Jan Geertsma zijn beroep was arbeider. De woning staat op de kadasterkaart van 1827. Het kanaal eindigt bij de “herberg”. Er bestaat
ook nog een andere kaart van de eerste helft van de 19 e eeuw bij Tresoar. Hierop staat een verbinding met de grote vijver via de woning
van Geertsma.
Op 5 december 1843 is de volgende advertentie te vinden.
En drie jaar later bij de inventaris of boedelbeschrijving van timmerman Siebren Rienks Zestiene uit Beetsterzwaag een notitie van het
verschuldigde walgeld van f 2,40 voor Jan Sytzes Geertsma te Olterterp
In december 1847 is er een houtverkoping bij Geertsma
.
Tussen 1851 en 1853 werd er een nieuwe grintweg aangelegd , de Commissieweg, lopend van Heerenveen naar Bergum. Dit was een
verbetering.
Aan de overkant van de weg stond een herberg “Buitenlust”. Deze was gebouwd als woonhuis voor een zoon van Van Boelens. Na zijn
overlijden werd de woning gehuurd door een arts en later door een aantal herbergiers. In 1868 werd de huur van de laatste kastelein
Riekele de Boer opgezegd. Er volgde een boelgoed. Hij maakte plaats voor de dames Laurentia Catharina van Boelens en haar nicht
Susanne Cornelia van Boelens. Zij bewoonden het pand tot het overlijden van Laurentia in 1875.
Na het vertrek van Susanne werd het gebouw afgebroken.
Nadat “Buitenlust”weer een woonfunctie had gekregen, werd de herberg gehuurd door Geertsma in 1868 uitgebreid.
( zie kadastertekening) Bij de vertimmering kwam er een aanbouw bij en werd er een koepel gesticht. Tot nu toe werd bij verkoping
alleen de naam van kastelein Geertsma vermeld. In september 1869 komt de naam “Het Witte Huis” in een advertentie in een krant
voor. In dat jaar vestigden Jan Geertsma en dochter Engeltje zich in café
“Welgelegen” te Zuid Drachten. Jan overleed in 1874 en Engeltje vestigde
zich daarna in Beetsterzwaag.
In een krantenartikel van 1936 vermeldde tuinman Harmsma dat de
koepel werd gebruikt als jachtkoepel.
Harmsma geboren in 1850 te Beetsterzwaag had het in zijn jeugd
gekend als een kroegje en een klein winkeltje waar kruidenierswaren en
sterke drank werden verkocht.
De schippers die Olterterp aandeden konden hier hun inkopen doen. In Olterterp zelf waren geen winkels.
Sytze Jans Geertsma volgde zijn vader op als herbergier.
Verkopingen brachten extra geld in het laatje. Enkele advertenties daarvan die veel in de lokale Drachtster Courant werden geplaatst.
In januari 1870 was er een verkoping was 65 percelen grote, gave en mooie sparren en dennebomen van een lengte van 6 tot 10 meter
en dikte van 2 tot 5 decimeter geschikt voor , masten, planken enz.
In januari 1873 waren er te koop 400 percelen gekapte sparren en eiken in het Woud te Olterterp. Onder de sparren waren extra zware ,
zeer geschikt voor pompen. Percelen beneden f 10,-moesten contant afgerekend worden.
In augustus 1871 : zes percelen uitmuntend klaverland gelegen langs de puinweg ( de verharde commissieweg)naar Dragten onder
Olterterp Een perceel ruigte in het bovenveld onder Olterterp voorwaarden te vernemen bij tapper van het witte huis.
.
In januari 1879 had Wabe Grupstra 81 percelen zoden over de Olterterper vaart en een ruim 100 voer best dekriet te koop in percelen
aldaar. Conditiën lagen ter lezing in het “Witte Huis”
Bij Geertsma was ook een schutstal geplaatst. In een
gemeentelijk reglement waren hier voorwaarden voor opgesteld. Het ging over het opbinden en in bewaring houden van beesten en
vee op de publieke wegen of op particuliere eigendommen in de gemeente. Het opbinden van het vee in Olterterp was opgedragen aan
Wabe Grupstra.
Ook voor personen die een weide zochten konden bij Geertsma terecht. Het grasland was geschikt voor 2 à 3 stuks jongvee en een
paard.
In september 1882 werd de herberg te huur gezet.
Het echtpaar Van Wely
Gerrit Jan van Wely
In mei 1883 kwamt de nieuwe huurder Gerrit Jan van Wely Geertsma opvolgen. Van Wely was in 1880 op 36 jarige leeftijd getrouwd
met de 23 jarige Trijntje Glastra .Haar vader was tolgaarder bij het “Goddeloze Tolhek”aan de Gorredijksterweg. Van Wely nam ontslag
als koetsier bij baron Rijnhard van Harinxma thoe Slooten op Lauswolt. Samen met zijn vrouw ging hij een nieuwe toekomst tegemoet in
het “ Witte Huis”.Voor de hoeveelheid in te slaan bier was Van Wely op Beetsterzwaag aangewezen.
Willem Dekker was bierhandelaar en bierbottelaar van “De Gekroonde Valk”( op de ansichtkaart links)te Beetsterzwaag. Hier werden flesjes bier verkocht voor 6 cent. Iedere morgen bracht Dekker met een hondenkar een bakje met flesjes bier naar Van Wely.
Wat nieuw was waren de muziekuitvoeringen in de tuin. Hier werd in 1883 mee begonnen. Op 27 juli
van dat jaar werd een concert gehouden in de tuin van
Van Wely. Aanvang was om half drie ‘s middags en de
entree was 2 cent. Het jaar er op werd er groots
uitgepakt. De tramlijn was in 1884 aangelegd en
bracht in juli van dat jaar veel bezoekers naar
Olterterp Het was net kermis. Veel mensen kwamen af op het aangekondigde concert.
Het weer was goed. Aan versnaperingen was geen gebrek. Het was na afloop een
drukte van belang toen de tram om 7 uur een 200 passagiers in liet stappen om naar
Joure terug te keren. Voor de achterblijvers werd de tuin verlicht met ballons.
De ondernemer Van Wely had een geslaagde dag.
In augustus 1887 was het weer feest in Olterterp .Er werd een concert gegeven door de schutterij –muziek uit Leeuwarden onder leiding
van kapelmeester de hr. de Jong. Entree was 25 cent. Velen waren er op af gekomen. Er konden enkele gezellige uurtjes in de tuin van
Van Wely worden doorgebracht. De kastelein had met zijn bedienden bijna handen en stoelen te weinig om de gasten naar de zin te
maken. Bij ’t vallen van de avond werd de tuinverlicht met lampions.
Het “Witte Huis” werd ook gebruikt als verkooppunt.
In november 1885 verkochten de kooplieden
Bosscha en Mercuur op krediet, mits tegen solide
en vooraf goedgekeurde borgstelling 25 melke en
kalve koeien en rieren
En ook voor bijzonderheden stelde Van Wely zijn
herberg open.
In oktober 1886 was bij Billenkamp in Hemrik een
pompoen van 18 kilo zwaar. Het kwam Van Wely
ter ore. De vrucht werd naar “Het Witte
Huis”gebracht om hier te laten bezichtigen.
De wylde Baerch
En toen, en toen kwam de jacht op “de wylde baerch”, het wilde varken. Het dier was de jagers eerst te slim af maar moest uiteindelijk
toch het loodje leggen. Veel kranten besteedden hier aandacht aan.
1888 (8 maart) Drachtster Courant
Olterterp, 5 maart. Bij de heden alhier gehouden algemene klopjacht is het mogen gelukken één der zich in deze omstreken
schuil houdende wilde varkens dodelijk te treffen.
Bij den heer G.J. van Welij in het “Witte Huis”alhier is dit dier aangebracht en door de aanwezige jagers verkocht voor één
honderd vijftig gulden en van af heden aldaar ter bezichtiging gesteld.
Nog wordt ons dienaangaande het volgende ter hand gesteld:
De meest ongelovigen in zake de wilde varkens- geschiedenis te Olterterp en Beetsterzwaag mochten nu erkennen dat zij
hebben gedwaald, want ieder is nu in de gelegenheid geweest in het “Witte Huis”te Olterterp het beest te aanschouwen, dat
jl. maandag is buit gemaakt.
Een dertigtal jagers bijgestaan door een massa liefhebbers en belanghebbenden , waarvan het getal op 150 à 200 wordt
geschat, toog des morgens uit en was zoo gelukkig al spoedig in den omtrek van Beetsterzwaag een wild varken op het spoor
te komen. Enige schoten werden gelost, doch het beest wist aan het moordend lood te ontkomen. Weldra kwam een tweede
opdagen, dat met ijver werd achtervolgd tot in den omtrek van Hemrik, waar het omstreeks 4 uur het dodend schot ontving.
Een ladder was spoedig gevonden, waarop het dier in triomf naar Olterterp werd gedragen, omstuwd door een zingende
menigte.
De buit werd dien avond onder de jagers verkocht voor de prijs van
f 150,-
Een ontvangen telegram van den Heer Commissaris des Konings te
Leeuwarden, die onmiddellijk in kennis was gesteld van den
gelukkigen uitslag en order tot kopen gaf, kwam te laat.
Wie de koper was? Het was de hengstenhouder de hr. I. Douma die
schuin tegenover Het Witte Huis, in de bocht naar Drachten woonde.
De koper stelde toen het beest ten toon, voor 10 cent de persoon en
maakte er goede zaken mee. Des dinsdags werd de toegangsprijs op
25 cent gesteld.
Het beest was van het mannelijk geslacht en had een lengte van 1.50 m. over den rug gemeten, terwijl het 180 pond woog; de
kleur was donker bruin, doch aan den kop, die groot en breed was, had het haar grijze punten. Op den rug stonden lange
zwarte haren of borstels.
De slagtanden, waarvan de bek was voorzien, gaven een denkbeeld dat het geen katje was om zonder handschoenen aan te
vatten.
Een inwoner van Beetsterzwaag had aan een familielid een enveloppe met enkele stekels van het wilde varken opgestuurd.
1889 ( 3 augustus) Aanbesteding afbraak
Het gedeeltelijk afbreken van het “Wittehuis”te Olterterp en het stichten van een
nieuw gebouw aldaar.
Architect Luitje de Goed.
Op de kadasterkaart is te zien dat bij de uitbreiding de koepel is ingebouwd.
Deze situatie heeft bestaan tot 1936.”Het Witte Huis”kwam toen verder van de
doorgaande weg te liggen.
Een ansichtkaart uit 1907 waarop “Het Witte Huis”in alle rust te zien is.
Bronnen: •Hisgis, Tresoar, Kadaster
•Kranten ,:Delpher Drachtster Courant m.n.
advertenties
• verhalen van A. v.d. Werff,
•ansichtkaarten: ( eigen collectie)
,•foto’s echtpaar Van Wely via H. de Jong Gorredijk ( uitsneden uit huwelijksfoto echtpaar Sandberg voor Slot Boelens van 1905)
•Tresoar afbeelding van wild varken geschoten in 1906 ( dus niet van 1888)
• Gedeelte Olterterp blz. 610 t/m 612 door Jaap Stienstra uit”Beetsterzwaag, Beets en Olterterp in Historisch Overzicht” van Jelle Terluin.
Via deze link kun je dit artikel met duidelijker foto's bekijken (Slowpaper)